1. Casca's observaties:Casca uit zijn bezorgdheid over de groeiende macht van Caesar, zoals duidelijk blijkt uit de recente viering en triomfantelijke parade na Caesars overwinning in de oorlog. Hij vermeldt dat mensen werden gedwongen hulde te brengen en bijgelovige rituelen in acht te nemen ter ere van Caesar.
2. Caesars epilepsie:Cicero reageert door te vermelden dat de lichamelijke gezondheid van Caesar niet in goede staat verkeert, en onthult dat Caesar aan epilepsie lijdt, wat twijfels doet rijzen over zijn geschiktheid om te regeren.
3. De invloed van Cassius:Cicero bespreekt ook Cassius, een prominente Romeinse senator die bekend staat om zijn sterke verzet tegen Caesar. Hij benadrukt het overtuigingsvermogen van Cassius en zijn aanzienlijke invloed binnen de Senaat.
4. Samenzwering tegen Caesar:Cicero deelt zijn kennis over de samenzwering onder leiding van Cassius, die actief individuen rekruteert om zich aan te sluiten bij het complot om Caesar te vermoorden.
5. Casca's zorgen:Casca uit zijn aarzeling en bedenkingen over deelname aan de samenzwering. Hij vreest dat Caesar zich bewust is van de groeiende ontevredenheid en mogelijk al maatregelen neemt om zichzelf te beschermen.
Over het geheel genomen dient het gesprek tussen Cicero en Casca om de politieke context van het stuk vast te stellen, waarbij de onderliggende spanningen tussen Caesar en de Senaat worden onthuld, evenals het groeiende verzet tegen het gezag van Caesar, wat leidt tot de vorming van de samenzwering om hem later te vermoorden. in het toneelstuk.