1. Dissociatieve identiteitsstoornis (DIS) :De hoofdpersoon, Elizabeth (Phoebe Cates), worstelt met een dissociatieve identiteitsstoornis, die wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van twee of meer verschillende persoonlijkheidstoestanden. In de film is Elizabeths alternatieve persoonlijkheid een ondeugend, kinderlijk personage genaamd Fred (Rik Mayall), die een manifestatie lijkt te zijn van haar onderdrukte kinderfantasieën.
2. Kindertrauma Er wordt gesuggereerd dat Elizabeths DIS het gevolg is van een trauma uit haar kindertijd, met name de dood van haar moeder toen ze jong was. De film impliceert dat de creatie van Fred als een alternatieve persoonlijkheid voor Elizabeth een coping-mechanisme was om met de emotionele pijn van haar verlies om te gaan.
3. Depressie en angst :Elizabeth vertoont gedurende de hele film symptomen van depressie en angst. Ze voelt zich geïsoleerd en alleen, heeft moeite om contact te maken met anderen en voelt zich overweldigd door haar verantwoordelijkheden. Deze symptomen worden verergerd door de aanwezigheid van Fred, die vaak chaotische en onvoorspelbare situaties in haar leven creëert.
4. Obsessief-compulsieve stoornis (OCS) :Elizabeths ex-vriend, Ricky (Tim Matheson), vertoont symptomen van een obsessief-compulsieve stoornis. Hij blijkt een strikte dagelijkse routine te hebben en een obsessie met netheid en orde. Zijn dwanghandelingen bezorgen hem veel leed en verstoren zijn relaties.
5. Narcistische persoonlijkheidsstoornis :Fred vertoont in zijn volwassen vorm kenmerken van een narcistische persoonlijkheidsstoornis. Hij is egocentrisch, arrogant en heeft een opgeblazen gevoel van eigenbelang. Hij heeft geen empathie voor anderen en manipuleert en exploiteert hen vaak voor zijn eigen vermaak.
Het is belangrijk op te merken dat de weergave van deze psychologische aandoeningen in de film voor amusementsdoeleinden is en mogelijk niet de nauwkeurige weergave van deze aandoeningen in het echte leven weerspiegelt.