* Rajam :Rajam, Swami's beste vriend, is een nuchtere en verantwoordelijke jongen. Hij probeert Swami vaak uit de problemen te houden, maar hij is ook loyaal aan zijn vriend.
* Mani :Mani, een andere vriend van Swami, is een beetje een onruststoker. Hij bedenkt altijd nieuwe streken om de andere jongens in de stad uit te halen.
* De grootmoeder :Swami's grootmoeder is een wijze en vriendelijke vrouw die altijd klaar staat voor haar gezin. Ze vertelt Swami vaak verhalen over haar eigen jeugd en leert hem waardevolle lessen over het leven.
* De grootvader :Swami's grootvader is een gepensioneerde onderwijzer die zeer deskundig is en zijn verhalen graag deelt met de kinderen in de stad.
* De Vader :Swami's vader is een drukke man die hard werkt om voor zijn gezin te zorgen. Hij is ook een vriendelijke en liefdevolle vader die altijd tijd heeft voor zijn kinderen.
* De moeder :Swami's moeder is een thuisblijfmoeder die voor het huis en de kinderen zorgt. Ze is een zeer liefdevolle en toegewijde moeder die haar gezin altijd op de eerste plaats zet.