1. Profetie van de rare zusters:
Het stuk begint met drie heksen, bekend als de Weird Sisters, die Macbeth en Banquo, twee generaals in het leger van koning Duncan, begroeten. De heksen doen dubbelzinnige profetieën die de zaden van ambitie in Macbeths geest planten.
- Daan van Cawdor: De heksen spreken Macbeth aan als "Thane of Cawdor" en voorspellen dat hij de koning zal worden.
- Koning van Schotland: Ze profeteren verder dat Macbeth de koning van Schotland zal zijn.
2. Aanmoediging van Lady Macbeth:
Lady Macbeth, de vrouw van Macbeth, speelt een belangrijke rol bij het overtuigen van hem om Duncan te vermoorden. Ze is enorm ambitieus en hunkert naar macht. Lady Macbeth manipuleert en prikkelt Macbeth, waardoor hij actie onderneemt en de profetieën vervult.
3. Persoonlijke Ambitie:
Macbeths verlangen naar macht en koningschap drijft hem tot het plegen van de misdaad. Hij redeneert dat hij, door Duncan te vermoorden, zijn klim naar de troon kan bespoedigen. Macbeths ambitie gaat boven zijn morele geweten en loyaliteitsgevoel.
4. Gebrek aan moreel kompas:
Macbeth worstelt met interne conflicten en schuldgevoelens na het plegen van de moord. Zijn aanvankelijke gebrek aan morele terughoudendheid en zijn onwil om bloed te vergieten worden echter overwonnen door zijn zoektocht naar macht.
5. Angst om kansen te verliezen:
Macbeth vreest dat als hij de kans niet grijpt om koning te worden, iemand anders de troon zal opeisen. Deze angst, gekoppeld aan zijn ambitie, motiveert hem om actie te ondernemen.
6. Invloed van duisternis en kwaad:
Het stuk presenteert bovennatuurlijke elementen, zoals de heksen en de duisternis die de acties van Macbeth omringt. De invloed van deze duistere krachten verzwakt Macbeths weerstand tegen het kwaad verder.
Concluderend vermoordt Macbeth Duncan vanwege een combinatie van factoren, waaronder de profetieën van de Weird Sisters, de invloed van Lady Macbeth, persoonlijke ambitie, morele zwakte en de verkenning van duisternis en kwaad in het stuk.