_"Zijn of niet zijn:dat is de vraag:
Of het nobeler is om te lijden
De slingers en pijlen van een buitensporig fortuin,
Of om de wapens op te nemen tegen een zee van problemen,
En door zich te verzetten, maak je er een einde aan. Sterven:slapen;
Niet meer; en door een slaap om te zeggen dat we eindigen
Het hartzeer en de duizend natuurlijke schokken
Dat vlees is erfgenaam van, het is een voleinding
Vrom te wensen. Sterven, slapen;
Om te slapen, misschien om te dromen:ja, daar zit het probleem;
Want welke dromen kunnen er in die doodsslaap komen,
Wanneer we deze sterfelijke spiraal van ons af hebben geschud,
Moet ons een pauze geven:daar is het respect
Dat maakt een zo lang leven rampzalig;
Want wie zou de zwepen en minachtingen van de tijd verdragen,
De onderdrukker heeft ongelijk, de trotse man is verachtelijk,
De pijn van verachte liefde, het uitstel van de wet,
De onbeschaamdheid van het ambt en de minachting
Die geduldige verdienste van de onwaardige opnames,
Wanneer hij zelf zijn stilte zou kunnen maken
Met een blote bodkin? wie zou Fardels dragen,
Om te grommen en te zweten onder een vermoeid leven,
Maar dat de angst voor iets na de dood,
Het onontdekte land waar het vandaan komt
Geen reiziger keert terug, brengt de wil in verwarring,
En zorgt ervoor dat we de kwalen die we hebben liever verdragen
Dan naar anderen vliegen waarvan we niets weten?
Het geweten maakt ons dus allemaal tot lafaards;
En dus de oorspronkelijke tint van resolutie
Is ziekelijk over de bleke gedachtegang,
En een onderneming met een grote toonhoogte en moment
Wat dit betreft keren hun stromingen verkeerd,
En verlies de naam van de actie."_
In deze passage worstelt Hamlet met de existentiële vraag of het beter is om te leven of te sterven. Hij weegt de voor- en nadelen van het leven af tegen de onzekerheid van de dood. Een van de belangrijkste redenen waarom hij aarzelt om zelfmoord te plegen, is de angst voor wat er na de dood met hem zou kunnen gebeuren. Hij vraagt zich af wat voor dromen hij zou kunnen hebben en of deze prettig of angstaanjagend zullen zijn. Deze onzekerheid, of 'wrijving', doet hem stilstaan en doet hem zijn plan heroverwegen.
De uitdrukking "daar zit het probleem" wordt meer in het algemeen gebruikt om te verwijzen naar een moeilijkheid of obstakel dat verhindert dat iets wordt bereikt of volbracht. Het wordt vaak op humoristische wijze gebruikt om een klein ongemak of ergernis te erkennen.