Mijn vader terwijl hij sliep, had ik niet gedaan." Later in de scène zegt ze:"Het veranderen van gunst is ooit vrezen." Wanneer Macbeth naar huis terugkeert, aarzelt hij nog steeds om de koning te vermoorden, en hij stelt dat de "onderneming, / waarop dit voortbouwt, wendt zich nu tot het gebruik van gedachten, / in plaats van daden."
Lady Macbeth probeert hem ervan te overtuigen de moord door te zetten door te zeggen:'Als je het durfde te doen, dan was je een man; / En om meer te zijn dan je was, zou je / zoveel meer de man zijn.' Vervolgens stelt ze dat ze haar eigen baby zou vermoorden als ze een gelofte zou afleggen, waarbij ze Macbeth een "lafaard" noemde omdat ze niet hetzelfde besluit had als zij. Als reactie daarop zegt Macbeth:"Ik durf alles te doen wat een man kan worden. / Wie meer durft, is niets."
Ten slotte daagt Lady Macbeth hem opnieuw uit en beweert dat hij geen echte mannelijkheid heeft als hij Duncan niet wil vermoorden. Geprikkeld door haar woorden, stemt Macbeth ermee in door te gaan met het plan. Als Lady Macbeth zegt dat ze de situatie zal overnemen en de koninklijke kamerheren zal drogeren, antwoordt hij:
'Breng alleen mannen-kinderen voort; /Want uw onverschrokken moed zou moeten componeren
Niets dan mannen.”