1. Hij is een geschikte vrijer:
Aanvankelijk erkent Juliet dat Parijs een passende en wenselijke match voor haar is vanwege zijn nobele status en rijkdom. Haar familie zou hun verbintenis goedkeuren, en het zou haar positie in de samenleving kunnen verbeteren.
2. Ze houdt niet van hem:
Ondanks zijn geschiktheid als potentiële echtgenoot, maakt Juliet duidelijk dat ze geen liefde of genegenheid voor Paris voelt. Ze noemt hem 'een man van wie ik nooit heb gehouden'.
3. Ze vergelijkt hem met Romeo:
Juliet maakt vergelijkingen tussen Parijs en Romeo en benadrukt hoeveel meer ze van Romeo houdt en ernaar verlangt. Ze ziet Parijs als een bleek en inferieur alternatief voor Romeo.
4. Gedwongen huwelijk:
Juliet is bezorgd over het feit dat ze tegen haar wil met Paris moet trouwen. Ze betreurt het dat haar ouders financiële en maatschappelijke winst belangrijker vinden dan haar geluk en verlangens.
5. Angst en wanhoop:
Gedreven door haar liefde voor Romeo en de angst om met Paris te trouwen, neemt Julia haar toevlucht tot wanhopige maatregelen. Ze bedenkt een plan met broeder Laurence, waarbij ze een slaapdrankje gebruikt om aan het huwelijk te ontsnappen en bij Romeo te zijn.
6. Ze wijst zijn kus af:
Wanneer Paris haar bezoekt vóór hun huwelijk, toont Juliet openlijk haar gebrek aan interesse in hem. Ze wijst zijn kus af en spreekt haar minachting uit voor hun geplande huwelijk.
Over het geheel genomen variëren Juliet's gevoelens jegens Parijs van erkenning van zijn geschiktheid als vrijer tot regelrechte afwijzing en vijandigheid vanwege haar liefde voor Romeo. Haar emotionele onrust en interne conflicten zijn duidelijk zichtbaar terwijl ze worstelt met de verwachtingen van haar familie en de verlangens van haar eigen hart.