- Polonius doden: In een vlaag van woede en verwarring nadat hij zijn moeder in haar kamer heeft geconfronteerd, vermoordt Hamlet per ongeluk Polonius, die zich achter de arras verschuilt. Deze impulsieve daad heeft verstrekkende gevolgen, waaronder Ophelia's waanzin en dood, Laertes' dorst naar wraak en Hamlet's eigen schuldgevoel en isolement.
- Onmiddellijk naar Engeland vertrekken: Nadat Claudius zijn rol in de moord op zijn vader heeft onthuld, besluit Hamlet onmiddellijk naar Engeland te vertrekken, op bevel van Claudius. Deze overhaaste beslissing weerhoudt hem ervan onmiddellijk actie te ondernemen tegen Claudius en zorgt ervoor dat de koning tegen hem kan blijven samenzweren.
- Het stuk in het stuk arrangeren: Hamlet organiseert snel de uitvoering van "The Mousetrap" om Claudius 'schuld bloot te leggen. Hoewel dit plan er uiteindelijk in slaagt de schuld van Claudius te bevestigen, brengt het ook Hamlet in gevaar en wekt het argwaan van Claudius.
- Rosencrantz en Guildenstern vermoorden: Hamlet stuurt Rosencrantz en Guildenstern onbezonnen de dood in als hij de brief verandert die ze naar Engeland vervoeren en hen als spionnen veroordeelt. Deze actie toont de bereidheid van Hamlet om extreme maatregelen te nemen zonder volledig over de gevolgen na te denken.