Hamlet wil dat Claudius eeuwig in de hel wordt gestraft voor zijn zonden. Hij overweegt ook of de geest van zijn vader werkelijk de ziel van zijn vader is of een boze geest die hem probeert te misleiden, dus aarzelt hij om te handelen uitsluitend op basis van het woord van de geest.
Hamlet's interne conflicten, filosofische overpeinzingen en het verlangen om zijn vader te wreken door middel van een plan in plaats van impulsieve actie dragen allemaal bij aan zijn beslissing om Claudius niet te vermoorden in bedrijf 3, wat zijn zoektocht naar wraak nog ingewikkelder maakt.