Aanvankelijk probeert Parris de situatie aan te pakken door middel van gebed en religieuze rituelen, in de overtuiging dat de oorzaak van het gedrag van de meisjes spiritueel of demonisch kan zijn. Hij roept op tot een gebedsbijeenkomst bij hem thuis, waarin hij probeert de boze geesten uit Betty en de andere meisjes te verdrijven. Deze inspanning slaagt er echter niet in de crisis op te lossen.
Terwijl de beschuldigingen zich beginnen te verspreiden en er meer mensen bij betrokken zijn, realiseert Parris zich dat de situatie buiten zijn controle escaleert. Met tegenzin zoekt hij hulp bij externe bronnen, zoals dominee John Hale, een gerenommeerd expert op het gebied van hekserij, in de hoop een oplossing voor de crisis te vinden.
Door het hele stuk heen wordt Parris afgeschilderd als een complex personage dat wordt verscheurd tussen zijn verlangen om de morele orde in de gemeenschap te handhaven en zijn angst zijn positie en macht als dominee te verliezen. Zijn reacties op de crisis evolueren naarmate het plot vordert, en zijn karakter laat een verschuiving zien van een naïef geloof in spirituele verklaringen naar een verdiepend begrip van de menselijke motivaties achter de beschuldigingen.