1. Angst (Phobos):
- Meedogenloosheid en autoriteit: Creon vestigt zijn gezag met ijzeren vuist. Hij toont de bereidheid om zware straffen, waaronder de dood, te gebruiken om zijn edicten af te dwingen. Dit creëert een gevoel van angst en intimidatie onder de burgers van Thebe.
- De goden trotseren: Creons verzet tegen de wetten van de goden door te weigeren Antigone toe te staan haar broer Polyneices te begraven, draagt bij aan de angst van het publiek. Zijn arrogantie suggereert dat hij zichzelf boven de goddelijke orde beschouwt, wat aanleiding geeft tot bezorgdheid over de gevolgen van zijn daden.
- Compromisloze houding: Creons weigering om naar advies te luisteren of zijn beslissingen te heroverwegen benadrukt zijn inflexibele karakter. Deze onverzettelijkheid zorgt ervoor dat hij gevaarlijk en onvoorspelbaar overkomt, waardoor de angst van het publiek voor de gevolgen van zijn daden toeneemt.
2. Jammer (Eleos):
- Blindheid en verkeerde beoordeling: De tragische fout van Creon ligt in zijn blindheid voor zijn eigen fouten. Hij herkent de wijsheid van anderen niet en blijft koppig vasthouden aan zijn gebrekkige beslissingen, wat tot rampzalige gevolgen leidt. Dit roept medelijden op bij het publiek als ze getuige zijn van zijn ondergang.
- Lijden en verlies: De acties van Creon leiden tot enorm lijden en verlies voor zowel hemzelf als zijn gezin. De dood van Antigone, Haemon en Eurydice, die allemaal direct of indirect veroorzaakt zijn door Creons Entscheidungen, creëren een gevoel van pathos en sympathie bij het publiek.
- Herkenning van fouten: In sommige interpretaties van het stuk erkent Creon uiteindelijk zijn fouten en ervaart hij spijt. Deze verschuiving van arrogantie naar zelfbewustzijn lokt medelijden uit bij het publiek terwijl ze getuige zijn van zijn transformatie van een trotse heerser naar een gebroken man.
Door elementen van angst en medelijden te combineren, wordt Creon een complexe en meeslepende tragische held, die een scala aan emoties bij het publiek oproept. Zijn karakter illustreert de gevolgen van buitensporige trots, inflexibiliteit en minachting voor de goddelijke wet, waardoor het publiek een gevoel van catharsis en reflectie over de menselijke conditie achterlaat.