- Dialoog: Drama is voornamelijk afhankelijk van gesproken woord (dialoog) om het verhaal, de personages en de thema's over te brengen. Door middel van dialoog onthullen personages hun gedachten, emoties en motivaties, waardoor de plot vooruit gaat.
- Actie: Naast dialoog spelen fysieke acties en gebaren een belangrijke rol in drama. De bewegingen, maniertjes en interacties van personages helpen hun emotionele toestanden, relaties en reacties op gebeurtenissen uit te drukken.
- Karakters: Personages zijn een integraal onderdeel van drama. Ze belichamen de thema's en sturen de verhaallijn door hun interacties, beslissingen en conflicten. Karakterontwikkeling volgt vaak een specifiek traject, met transformatie, groei of achteruitgang.
- Verhaal: De plot verwijst naar de opeenvolging van gebeurtenissen waaruit het dramatische verhaal bestaat. Het omvat doorgaans een expositie (introductie van personages en setting), stijgende actie, climax, dalende actie en een resolutie.
- Thema: Drama verkent vaak complexe thema's en brengt de boodschap symbolisch over. Thema's kunnen variëren van sociale kwesties tot menselijke emoties, ethiek of universele waarheden die de gebeurtenissen en personages in het stuk illustreren.
- Set en rekwisieten: Het decorontwerp, inclusief decor, meubilair en andere elementen, bepaalt de setting en sfeer van het stuk. Rekwisieten dienen om de actie te ondersteunen en extra betekenis over te brengen.
- Kostuums: Kostuums geven visuele aanwijzingen over de identiteit van personages, de sociale status, de tijdsperiode en de culturele context.
- Belichting: Lichtontwerp heeft een aanzienlijke invloed op de sfeer, sfeer en overgangen in een dramatische productie.
- Geluidsontwerp: Geluidseffecten, muziek en andere auditieve elementen versterken de productie en dragen bij aan de algehele emotionele impact van de uitvoering.
- Stijl en genre: Drama's kunnen verschillende stijlen aannemen, waaronder realisme, expressionisme, naturalisme, surrealisme en meer. Het genre beïnvloedt de karakterontwikkeling, plotstructuur, thema's en algemene toon.
Het is belangrijk op te merken dat hoewel deze codes en conventies fundamentele elementen van drama vertegenwoordigen, hun toepassing en interpretatie kan variëren op basis van de artistieke keuzes en creatieve visie van individuele theaterbeoefenaars.