1. Beschuldigingen tegen zijn dochter en nichtje:
- De dochter van dominee Parris, Elizabeth "Betty" Parris, en nicht, Abigail Williams, behoorden tot de eerste aanklagers in de heksenprocessen in Salem. Ze beweerden te zijn getroffen door bovennatuurlijke krachten en beschuldigden verschillende vrouwen, waaronder Tituba, een slaaf uit Barbados, van hekserij.
2. Beschuldigingen en getuigenissen aanmoedigen:
- Parris moedigde de beschuldigingen van de meisjes actief aan en voorzag hen van steun en geloofwaardigheid. Hij geloofde dat de duivel in Salem aanwezig was en dat deze beschuldigingen een uiting waren van Gods oordeel. Hij drong er bij de meisjes op aan om meer heksen te identificeren en tegen hen te getuigen.
3. Spectraal bewijs:
- Parris promootte het idee van 'spectraal bewijs', waardoor dromen en visioenen als bewijsmateriaal in de rechtszaken konden worden gebruikt. Dit concept ondersteunde de beweringen van de meisjes dat ze gekweld werden door spookvormen of geesten van heksen.
4. Invloed op magistraten:
- Parris had een sterke invloed op de magistraten, die verantwoordelijk waren voor het leiden van de processen. Hij werd zeer gerespecteerd in de gemeenschap en werd gezien als een religieuze autoriteit. Zijn meningen en interpretaties van de getuigenissen van de meisjes hadden een aanzienlijk gewicht.
5. Controversiële preken:
- Parris hield verschillende preken die de angsten en het bijgeloof van de gemeenschap aanwakkerden. Hij noemde heksen ‘agenten van de duivel’ en waarschuwde voor Gods toorn over iedereen die de beschuldigingen in twijfel trok of de beschuldigde beschermde.
6. Persoonlijke motivaties:
- Sommige historici suggereren dat Parris persoonlijke redenen had om de processen voort te zetten. Eén theorie is dat hij de aandacht wilde afleiden van zijn eigen controversiële predikingsstijl en financiële geschillen binnen de gemeenschap.
7. Beschuldigingen tegen zichzelf:
- Naarmate de processen vorderden, kreeg Parris te maken met beschuldigingen van hekserij vanwege zijn omgang met de getroffen meisjes. Hij slaagde er echter in zijn positie en invloed tijdens de processen te behouden.
8. Nasleep en kritiek:
- Na de processen werd Parris bekritiseerd vanwege zijn rol in de procedure. Velen beschuldigden hem ervan de situatie uit te buiten en bij te dragen aan de hysterie die Salem in zijn greep had. Zijn reputatie leed eronder en uiteindelijk nam hij in 1696 ontslag.
Samenvattend speelde dominee Samuel Parris een centrale rol in de heksenprocessen in Salem als een invloedrijke figuur die beschuldigingen aanmoedigde, spookachtig bewijs ondersteunde en het verloop van de processen vorm gaf door zijn preken en invloed op de magistraten. Zijn daden en motivaties zijn het onderwerp geweest van historisch onderzoek en debat.