Arts >> Kunst en amusement >  >> theater >> Drama

In Act III heeft Hamlet de kans om koning Claudius te doden, waarom aarzelt hij op het moment dat de implicaties van zijn faalwet zijn?

In Act III, scène III van Hamlet, heeft het titulaire personage inderdaad een uitstekende kans om koning Claudius te doden. Hij vindt Claudius alleen, biddend, schijnbaar kwetsbaar en berouwvol. Hamlet aarzelt echter en kiest er uiteindelijk voor om niet te handelen. Hier is een uitsplitsing van zijn redenen en de implicaties van zijn falen om te handelen:

redenen voor de aarzeling van Hamlet:

* Moreel dilemma: Hamlet is diep verontrust door het doden, zelfs een moordenaar zoals Claudius. Hij gelooft dat het doden van Claudius terwijl hij bidt hem naar de hemel zal sturen, waardoor hij ontsnapt aan de rechtmatige straf voor zijn misdaden. Dit creëert een moreel dilemma voor Hamlet - hij wil Claudius dood, maar hij wil niet dat hij naar de hemel gaat.

* Angst voor de nasleep: Hamlet is ook voorzichtig met de gevolgen van zijn acties. Hij maakt zich zorgen over wat er zal gebeuren nadat hij Claudius heeft vermoord, met name het potentieel voor een bloedige burgeroorlog. Deze angst voor onbedoelde gevolgen maakt hem aarzelend om overhaast te handelen.

* Verlangen naar wraak: Hoewel zijn morele problemen echt zijn, lijkt Hamlet ook te genieten van het potentieel van zijn wraak. Hij wil dat Claudius lijdt, de angst en kwelling ervaart die hij zelf voelt. Dit verlangen naar een langzame en pijnlijke dood voor Claudius zou kunnen bijdragen aan zijn uitstel.

* Hamlet's Nature: Hamlet is een diep introspectief en contemplatief karakter. Hij analyseert voortdurend zijn acties en hun implicaties, wat leidt tot een zekere mate van verlamming. Dit intellectualisme, hoewel een bron van zijn schittering, maakt hem ook vatbaar voor aarzeling en inactiviteit.

Implicaties van Hamlet's falen om te handelen:

* Escalerend geweld: Hamlet's falen om te handelen voedt een cyclus van geweld. Het centrale conflict van het stuk wordt steeds intenser, wat leidt tot een escalerend aantal doden.

* verloren kans: De mogelijkheid om Claudius te elimineren, die de bron is van de hele tragedie, is verloren. Dit falen om direct te handelen draagt ​​bij aan het lijden van Hamlet en de anderen.

* verschuivende focus: De focus van het stuk verschuift van het morele dilemma van Hamlet naar de gevolgen van zijn passiviteit. Het publiek ziet de wereld rond Hamlet uiteenvallen terwijl hij worstelt met zijn eigen interne conflict.

* Hamlet's eigen ondergang: Hamlet's aarzeling leidt uiteindelijk tot zijn eigen ondergang. Zijn onvermogen om beslissend te handelen draagt ​​uiteindelijk bij aan zijn dood en de vernietiging van de mensen om hem heen.

Uiteindelijk is de aarzeling van Hamlet een complexe kwestie met een mix van morele, psychologische en praktische redenen. Het is een bewijs van Shakespeare's weergave van een personage dat worstelt met de last van wraak, de aard van de rechtvaardigheid en de complexiteit van de menselijke natuur.

Drama

Verwante categorieën