Romeo noemt Julia bijvoorbeeld een ‘mooie tiran’ in Act 1, Scene 5. Aan de ene kant benadrukt de oxymoron haar schoonheid en wenselijkheid, maar het suggereert ook dat haar macht over hem onderdrukkend en zelfs wreed kan zijn. zoals de daad van een "tiran". Later, in Act 3, Scene 2, noemt Romeo Julia een 'duivelse engelwortel', een uitdrukking die het demonische met het engelachtige combineert. Dit dualistische beeld vertegenwoordigt de dualiteit van Julia's karakter:haar lieve en onschuldige karakter en haar vermogen tot passie en geweld.
In het hele stuk wordt Julia een 'knop', een 'roos' en een 'zomerdag' genoemd. Deze metaforen symboliseren haar bloeiende schoonheid en haar vluchtige jeugd. De tragische gebeurtenissen in het stuk overschaduwen echter vaak deze momenten van schoonheid en onschuld. De uitdrukking ‘zomerdag’ herinnert ons eraan dat haar schoonheid van voorbijgaande aard is en dat haar leven van korte duur zal zijn.
Een ander oxymoron dat wordt gebruikt om Julia te beschrijven is 'pure zonde', wat zichzelf lijkt tegen te spreken, aangezien 'puur' en 'zonde' meestal in tegenstelling tot elkaar worden gebruikt. Wanneer Julia pure zonde wordt genoemd, benadrukt dit het contrast tussen haar onschuldige, maagdelijke karakter en de tragische, destructieve gebeurtenissen die in gang worden gezet door haar verlangen naar Romeo.
Concluderend dient het gebruik van oxymora in Romeo en Julia om de complexiteit en tegenstrijdige aard van Julia's karakter weer te geven. Door middel van oxymoronische uitdrukkingen als ‘mooie tiran’ en ‘duivelse engelwortel’ benadrukt Shakespeare haar schoonheid, onschuld en passie, terwijl ze ook verwijst naar de destructieve krachten die haar omringen. Deze oxymora verdiepen ons begrip van Julia's karakter en onderstrepen de tragische aard van haar verhaal.