* Maak gedenkwaardige karakters. De personages van Shakespeare behoren tot de meest bekende en geliefde in de literatuur. Ze zijn complex en herkenbaar, en vertegenwoordigen vaak universele thema's zoals liefde, verlies en verraad.
* Vertel een goed verhaal. Shakespeare was een meesterverteller. Zijn toneelstukken zitten vol spanning, conflict en humor en houden het publiek altijd bezig.
* Gebruik taal op een creatieve manier. Shakespeare was een woordenmaker van de hoogste orde. Hij gebruikte taal op een manier die zowel mooi als betekenisvol was, en hij bedacht vaak nieuwe woorden en zinsneden.
* Pas andere verhalen aan voor het podium. Shakespeare was niet bang om verhalen uit andere bronnen te lenen, zoals geschiedenisboeken en volksverhalen. Vervolgens bewerkte hij deze verhalen voor het podium en voegde er zijn eigen unieke accenten aan toe.
* Schrijf voor alle doelgroepen. De toneelstukken van Shakespeare werden genoten door mensen van alle leeftijden en sociale klassen. Hij schreef komedies, tragedies en geschiedenissen die een breed scala aan smaken aanspraken.
* Laat een erfenis achter. Het werk van Shakespeare heeft een diepgaande invloed gehad op de westerse literatuur en cultuur. Zijn toneelstukken worden nog steeds over de hele wereld opgevoerd en bestudeerd, en ze blijven nieuwe generaties kunstenaars en schrijvers inspireren.