De meest opmerkelijke gevallen van betwist auteurschap betreffen de toneelstukken "Titus Andronicus" (1594) en "Edward II" (1592-93). Beide toneelstukken delen bepaalde poëtische kenmerken, structurele elementen en dramatische stijlen die kenmerkend zijn voor Marlowe's schrijven, wat sommige critici en academici ertoe bracht het idee van samenwerking of gedeeltelijk auteurschap door Marlowe voor te stellen.
Voorstanders van het enige auteurschap van Shakespeare beweren dat de overeenkomsten kunnen worden toegeschreven aan de invloed van Marlowe's vroege werken op de zich ontwikkelende stijl van Shakespeare. Ze belichten ook de groei en evolutie van Shakespeare als schrijver in de loop van de tijd, en demonstreren zijn vermogen om gedurende zijn hele carrière in verschillende stijlen en genres te schrijven.
Bovendien suggereren bepaalde tekstuele en stilistische variaties in de betwiste toneelstukken dat ze eerder het product zijn van Shakespeares ontwikkeling en experimenten dan van samenwerking. Deze variaties omvatten aspecten zoals metrum, woordenschat en retorische technieken.
Ondanks deze argumenten blijft de theorie van de samenwerking tussen Shakespeare en Marlowe een gebied van voortdurend onderzoek en debat onder wetenschappers en enthousiastelingen. Vergelijkende studies en verdere analyses van de betwiste werken blijven licht werpen op het complexe literaire landschap van het Elizabethaanse tijdperk en de complexiteit van het auteurschap in die tijd.