Hobbiton wordt beschreven als een plaats waar 'de tijd langzaam verstreek' en 'het water van de Brandywine-rivier steeds maar doorstroomde, nooit haastend, nooit langzamer'. Het dorp ligt genesteld in een groen en idyllisch landschap, gevuld met groene glooiende heuvels, kabbelende beekjes en bloeiende bloemen. Hobbitgaten, de ronde en ondergrondse huizen van de hobbits, zijn verspreid over het glooiende landschap.
In Bilbo's hobbithol maken we kennis met zijn warme en liefdevolle levensstijl. De woonkamer wordt omschreven als ‘een perfect plaatje van comfort’. Een laaiend vuur brult in de haard en verlicht de kamer met een vrolijke gloed. Comfortabele fauteuils en voetenbankjes omringen de open haard en nodigen uit tot ontspanning en gesprek.
Bilbo zelf wordt afgebeeld als een tevreden en gedomesticeerde hobbit. Hij geniet van zijn pijp, zijn maaltijden en zijn vredige bestaan. Als Gandalf, de tovenaar, arriveert en Bilbo's rustige routine verstoort, is de weg vrij voor het onverwachte avontuur dat ons te wachten staat. De vredige en vertrouwde omgeving van Hobbiton vormt een levendig contrast met de komende buitengewone reis die Bilbo op het punt staat te ondernemen.