- Gelijktijdige actie: In Act IV vinden er bij Shakespeare vaak meerdere gebeurtenissen tegelijkertijd plaats. Dit creëert een gevoel van urgentie en opwinding, en het helpt om het publiek betrokken te houden. In Act IV, scène v, wordt Ophelia bijvoorbeeld gek en verdrinkt, terwijl Claudius en Laertes plannen maken om Hamlet te vermoorden.
- Korte scènes: De scènes in Act IV zijn veel korter dan de scènes in eerdere acts. Dit helpt om een gevoel van momentum te creëren en zorgt ervoor dat het publiek zich niet gaat vervelen.
- Snelle dialoog: De dialoog in Act IV is vaak snel en intens. Dit draagt bij aan het creëren van een gevoel van urgentie en houdt het publiek op het puntje van hun stoel.
- Het weglaten van onnodige details: Shakespeare laat onnodige details weg in Act IV. Dit helpt om de actie in beweging te houden en voorkomt dat het publiek verzandt in irrelevante informatie.
- Gebruik van voorafschaduwing: Shakespeare gebruikt voorafschaduwing in Act IV om te verwijzen naar de gebeurtenissen die later in het stuk zullen plaatsvinden. Dit helpt om een gevoel van spanning en verwachting te creëren, en het zorgt ervoor dat het publiek blijft raden wat er daarna gaat gebeuren.
Door deze technieken te gebruiken versnelt Shakespeare het tempo van Hamlet in Act IV en creëert een gevoel van urgentie en opwinding. Dit helpt om het publiek betrokken te houden en zorgt ervoor dat het stuk interessant en spannend blijft.