De argumenten van Lady Macbeth doen een beroep op Macbeths ambitie en verlangen naar macht. Ze benadrukt zijn "mannelijkheid" en twijfelt aan zijn moed en mannelijkheid als hij niet handelt. Ze gebruikt ook schuldgevoelens en schaamte om hem onder druk te zetten, door hem te herinneren aan zijn eerdere opschepperij over het koningschap en te suggereren dat hij een lafaard is als hij niet doorgaat. Macbeth bezwijkt voor de invloed van Lady Macbeth en stemt er uiteindelijk mee in de misdaad te plegen, ondanks zijn aanvankelijke bedenkingen en angsten.
Naarmate het verhaal vordert, wordt Macbeth steeds meer verteerd door schuldgevoelens en wroeging na de moord op Duncan. Hij ervaart psychologische kwellingen en hallucinaties, die zijn onrustige geweten en het gewicht van zijn misdaad symboliseren. Terwijl Macbeth aanvankelijk het plan van Lady Macbeth omarmde, kan hij de psychologische en emotionele gevolgen van zijn daden niet het hoofd bieden en valt hij uiteindelijk uit elkaar, wat leidt tot zijn ondergang en ondergang.