* Beweging :Instructies over hoe de personages zich op het podium moeten bewegen, zoals "enter", "exit", "cross" of "sit".
* Acties :Instructies over wat de personages moeten doen, zoals "spreken", "fluisteren", "lachen" of "huilen".
* Emoties :Instructies over hoe de personages zich moeten voelen of uiten, zoals "droevig", "boos" of "gelukkig".
* Rekwisieten :Instructies over welke objecten of rekwisieten op het podium moeten worden gebruikt, zoals "tafel", "stoel" of "zwaard".
* Instelling :Instructies over waar de scène zich afspeelt, zoals "een bos", "een slaapkamer" of "een stadsplein".
* Verlichting :Instructies over hoe het podium moet worden verlicht, zoals "slecht verlicht", "helder verlicht" of "spotlight aan".
* Geluidseffecten :Instructies over welke geluidseffecten moeten worden gebruikt, zoals "voetstappen", "donder" of "muziek".
Regieaanwijzingen vormen een belangrijk onderdeel van een toneelscript, omdat ze de regisseur en acteurs helpen een visueel en emotioneel boeiende uitvoering te creëren.