Shakespeare gebruikt figuratieve taal, beeldspraak en symboliek om deze contemplatieve sfeer te creëren. De beroemde toespraak van het stuk, "All the world's a stage", wordt uitgesproken door het personage Jaques, en benadrukt het idee van het leven als een reeks uitvoeringen, waarbij mensen op verschillende tijdstippen het podium betreden en verlaten. Deze metafoor herinnert ons aan de vluchtige aard van het leven en de rollen die we als individu spelen.
De toon wordt ook beïnvloed door de verkenning van de menselijke natuur. Shakespeare presenteert personages met verschillende persoonlijkheden, motivaties en verlangens, en deze verscheidenheid weerspiegelt de complexiteit en diversiteit van het menselijk bestaan. Het stuk onderzoekt thema's als liefde, jaloezie, ambitie en verraad, en deze elementen dragen bij aan de diepgang van het verhaal en de filosofische ondertoon ervan.
Gedurende het hele stuk gebruikt Shakespeare humor, humor en ironie om zijn boodschap over te brengen. Deze combinatie creëert een toon die, hoewel tot nadenken stemmend, ook momenten van lichtzinnigheid en amusement bevat. De komische elementen zorgen voor verlichting van de serieuzere thema's, waardoor het publiek op meerdere niveaus met het stuk kan meedoen.
Samenvattend is de toon in ‘All the World’s a Stage’ contemplatief, filosofisch en reflecterend, met een vleugje melancholie. Shakespeare gebruikt taal, beelden en symboliek om een meeslepende en tot nadenken stemmende ervaring voor de lezers te creëren, en hen uit te nodigen na te denken over hun plaats in de wereld en de rollen die zij spelen in het grote theater van het leven.