Acteurs moeten een sterke fysieke aanwezigheid hebben en hun lichaam expressief kunnen bewegen. Ze moeten ook hun ademhaling en vocale projectie kunnen beheersen.
2. Stem
Acteurs moeten een duidelijke, resonerende stem hebben die gemakkelijk gehoord en begrepen kan worden. Ze moeten ook hun stem kunnen gebruiken om verschillende karakters en emoties te creëren.
3. Emotie
Acteurs moeten hun emoties kunnen aanboren en deze op het podium waarheidsgetrouw kunnen uiten. Ze moeten ook verbinding kunnen maken met het publiek en hen de emoties kunnen laten voelen van de personages die ze spelen.
4. Verbeelding
Acteurs moeten een sterke verbeeldingskracht hebben en in staat zijn de wereld van het stuk in hun hoofd te creëren. Ze moeten ook de personages die ze spelen kunnen zien en hun motivaties kunnen begrijpen.
5. Concentratie
Acteurs moeten zich kunnen concentreren op hun taak en in karakter blijven, ook als ze niet op het podium staan. Ze moeten ook afleidingen kunnen negeren en zich op de uitvoering kunnen concentreren.
6. Teamwerk
Acteurs moeten goed met anderen kunnen samenwerken en samenwerken om tot een succesvolle productie te komen. Ze moeten ook hun medespelers kunnen steunen en bereid zijn om op welke manier dan ook te helpen.
7. Discipline
Acteurs moeten de discipline hebben om hun vak uit te oefenen en nieuwe vaardigheden te leren. Ook moeten ze tegen kritiek kunnen en bereid zijn hard te werken om hun prestaties te verbeteren.
8. Passie
Acteurs moeten een passie voor theater hebben en bereid zijn tijd en moeite te steken om het beste uit zichzelf te halen. Ze moeten hun passie ook met anderen kunnen delen en hen kunnen inspireren theater te waarderen.