1. Hij zoekt wraak voor de dood van zijn vader: Laertes heeft van zijn zus Ophelia geleerd dat hun vader, Polonius, werd gedood door Hamlet. Verbruikt door verdriet en woede, eist hij gerechtigheid van de koning en beschuldigt hem van medeplichtigheid aan de moord. Hij wil dat de koning actie onderneemt tegen Hamlet en de dood van Polonius wreken.
2. Hij wordt gemanipuleerd door Claudius: Claudius, uit angst voor wraakpotentieel van Laertes, heeft hem subtiel gemanipuleerd. Hij voedt Laertes valse informatie over de dood van Polonius, wat impliceert dat het een voorbedachten rade was van Hamlet en dat de koning machteloos is om te handelen. Dit voedt de woede van Laertes en maakt hem gevoeliger voor de plannen van de koning.
Kortom, de krachtige inzending van Laertes wordt aangedreven door zijn verlangen naar wraak en gevoed door de manipulaties van Claudius. Hij komt binnen om de koning te confronteren, rechtvaardigheid te eisen voor zijn vader en wordt uiteindelijk een hulpmiddel in het schema van Claudius om van Hamlet af te komen.