* Het voorpodium:Dit was het gedeelte aan de voorkant van het podium, het dichtst bij het publiek. Het werd gebruikt voor het grootste deel van de actie in het stuk.
* Het binnenpodium:dit was het gebied achter het voorpodium en werd gebruikt voor scènes die een meer besloten setting vereisten, zoals slaapkamers of studeerkamers.
* Het bovenste podium:dit was een verhoogd platform aan de achterkant van het podium en werd gebruikt voor scènes die een grotere hoogte vereisten, zoals balkons of torens.
Naast deze drie hoofdgebieden had het Elizabethaanse podium nog een aantal andere kenmerken, waaronder:
* Een valluik:dit werd gebruikt voor acteurs om plotseling in- of uit te gaan.
* Een balkon:dit werd gebruikt voor scènes waarbij personages van bovenaf moesten worden bekeken.
* Een gordijn:Dit werd gebruikt om het podium in tweeën te delen of om een verduistering te creëren.
Het Elizabethaanse podium was een veelzijdige en aanpasbare ruimte die een grote verscheidenheid aan theatrale effecten mogelijk maakte. Het werd gebruikt om enkele van de grootste toneelstukken uit de geschiedenis op te voeren, waaronder William Shakespeare's 'Hamlet', 'King Lear' en 'Macbeth'.