Hier zijn een paar voorbeelden van Engelse raadsels:
1. Wat heeft handen maar kan niet klappen? (Een klok.)
2. Ik heb altijd honger, maar ik eet nooit. Wat ben ik? (Een brand.)
3. Ik heb een bed, maar ik slaap niet. Je kunt op mij zitten, maar ik ben geen stoel. Wat ben ik? (Een bank.)
4. Wat heeft een kop en een staart, is bruin en heeft geen poten? (Een cent.)
5. Ik ben altijd nat, maar ik droog nooit. Wat ben ik? (Een handdoek.)
6. Wat heeft een stam maar geen poten, bladeren of takken? (Een olifant.)
7. Ik zit vol gaten, maar houd nog steeds water vast. Wat ben ik? (Een spons.)
8. Wat gaat door de schoorsteen naar beneden, maar kan niet door de schoorsteen omhoog? (Een paraplu.)
9. Wat heeft sleutels, maar kan geen sloten openen? (Een piano.)
10. Ik verander altijd, maar ik blijf altijd hetzelfde. Wat ben ik? (Tijd.)
Deze raadsels testen verschillende aspecten van taal en logica, waardoor individuen worden aangemoedigd kritisch na te denken en met creatieve oplossingen te komen. Ze zijn een leuke en boeiende manier om de geest te oefenen en intellectuele nieuwsgierigheid te stimuleren.