Een monoloog moet worden uitgesproken met variërende intonatie, toonhoogte en ritme om een gevoel van drama, urgentie en emotionele verbinding met het publiek te creëren. Een monotone weergave zou de impact van de monoloog afvlakken en het voor het publiek moeilijk maken om betrokken te raken bij het personage of het verhaal dat wordt verteld.
Bovendien kan een monotone monoloog snel eentonig worden voor het publiek, waardoor ze hun interesse verliezen of zelfs verveeld raken. Daarom is het spreken van een monoloog in monotoon, hoewel mogelijk, over het algemeen niet aan te raden of effectief bij het vertellen van verhalen of uitvoeringen.