2. Leven en dood :Het contrast tussen leven en dood doordrenkt het stuk. Zo voelt de verbanning van Romeo aan als de dood, terwijl de schijndood van Julia tot de daadwerkelijke dood leidt.
3. Licht en donker :Licht en duisternis worden in het stuk vaak met elkaar gecontrasteerd en weerspiegelen het veranderende lot en de emoties van de personages.
4. Jeugd en leeftijd :Het stuk plaatst de jeugdige uitbundigheid van Romeo en Julia tegenover de voorzichtige terughoudendheid van oudere personages als Lord Capulet en Lady Capulet.
5. lot en vrije wil :Het verhaal van Romeo en Julia roept de vraag op van het lot versus de vrije wil. Zijn de geliefden slachtoffer van het lot of dragen hun eigen daden bij aan de tragische uitkomst?
6. Schoonheid en lelijkheid :Het stuk bevat voorbeelden van zowel voortreffelijke schoonheid, zoals de uitingen van genegenheid van de geliefden, als extreme lelijkheid, zoals het geweld en het bloedvergieten dat de stad Verona doordrenkt.
7. Hoop en wanhoop :De personages wisselen momenten van optimisme en wanhoop af en weerspiegelen hun wisselende emotionele toestanden.
8. Geweld en tederheid :De tedere liefde en genegenheid tussen Romeo en Julia staat vaak in schril contrast met het geweld en de conflicten die hen omringen.
9. Natuur en menselijk handelen :Het stuk plaatst de natuurlijke wereld, zoals de tuin waar Romeo en Julia elkaar ontmoeten, tegenover de door de mens veroorzaakte conflicten en maatschappelijke structuren die uiteindelijk de tragedie aandrijven.
10. Vergif en medicijnen :Het stuk gebruikt het beeld van vergif om zowel de letterlijke dood als de destructieve effecten van hartstochtelijke emoties weer te geven. Tegelijkertijd biedt de geneeskunde een potentieel geneesmiddel en tegengif.
Deze voorbeelden van nevenschikking in 'Romeo en Julia' weerspiegelen de verkenning van contrasterende thema's, emoties en gebeurtenissen in het stuk, waardoor de dramatische impact van het verhaal wordt versterkt.