Arts >> Kunst en amusement >  >> theater >> monologen

Wat zijn alle tussenwerpsels in Romeo en Julia?

Act 1, Scène 1

BENVOLIO:Helaas! arme Romeo, hij is al dood, vastgeplakt met zijn eigen lieve hand aan zijn eigen borst.

Act 1, Scène 3

MERCUTIO:Ah! het is een slecht gesneden L'envoy.

VROUW CAPULET:O! hij spreekt!

JULIET:Hoe nu! Heb je het over moord en liefde?

Act 1, Scène 4

MERCUTIO:Nee, ik zal ook toveren.

ROMEO:O Romeo, Romeo! Waarom ben jij Romeo?

Act 2, Scène 1

ROMEO:Hij maakt grapjes over littekens die nooit een wond hebben gevoeld.

Act 2, Scène 2

ROMEO:Maar zacht! Welk licht breekt door dat raam? Het is het oosten en Julia is de zon!

JULIET:Eh, Romeo!

ROMEO:Eh!

JULIET:O Romeo, Romeo!

Act 2, Scène 3

ROMEO:Ah, dat ik maar een handschoen aan die hand was, dat ik die wang mocht kussen!

Act 2, Scène 5

CAPULET:Ha! Zijn dit alle voorbereidingen?

LADY CAPULET:Allemaal, allemaal!

Act 3, Scène 1

MERCUTIO:Helaas, arme Romeo!

ROMEO:Ach! jaloers uur, te vroeg rijp van de zoetigheden van de liefde, geef mij mijn Romeo.

Act 3, Scène 2

JULIET:Welk nieuws, welk nieuws?

VERPLEEGSTER:Goed nieuws, goed nieuws!

Act 3, Scène 3

ROMEO:O doodzonde! O grove ondankbaarheid! Jouw schuld noemt onze wet de dood, maar de vriendelijke Prins, die jouw kant opnam, heeft mij gestraft met ballingschap, die meer haat dan het doodvoorbereidende staal

En jij hebt hem gedood.

Act 3, Scène 5

LADY CAPULET:Maar waar, helaas!

Act 4, Scène 1

PARIJS:Ik tover je bij de heldere ogen van Rosaline, bij haar hoge voorhoofd en scharlakenrode lip, bij haar fijne voet, rechte been en trillende dij...

FRIAR LAURENCE:Stop, stop!

Act 4, Scène 3

JULIET:O, pauze! Mijn hart! Arme failliet, meteen kapot!

Act 4, Scène 5

JULIET:O, binnen! uw boezem, zo begraaf ik u...

O Romeo, Romeo.

monologen

Verwante categorieën