De kemphaan, een kleine geplooide ruche geplaatst op de kragen van zowel mannen als vrouwen , in het begin van de zestiende eeuw werd geïntroduceerd . Naarmate de eeuw vorderde , deze geplooide kragen groeide in omvang . Ze werden enorm en wiel-achtige en de hulp nodig van steunen genaamd " rebatos . " Alleen de rijken konden over het algemeen veroorloven troeft gevolg van de dure materialen , waaronder kant , die nodig is om te maken en te onderhouden dragen.
Doublet
Het doublet was een belangrijk onderdeel van de zestiende eeuw garderobe; het werd vaak gedragen als een nauwsluitende jas van soorten. Vrouwen gebruiken het doublet te helpen verbergen van de buste , terwijl de man doublet bedekt ook het bovenlichaam en gekenmerkte padding en een button-down of geregen voorzijde . De mouwen werden opgeblazen , gesneden , smal of vol, maar het doublet mouwen en stijlen vaak varieerden per land . Veel zestiende eeuw droegen de vrouwen de Spaanse doublet , die een conische hoepelrok inbegrepen , samen met stijve , taille cinching onderkleding.
Farthingale
De hoepelrok nam veel verschillende vormen in de zestiende eeuw in Europa . De Spaanse hoepelrok was eigenlijk een starre , klokvormige petticoat . Tailors gebruikt ankers geconstrueerd uit draad , been , kabel of flexibele takken de structuur van dit kostuum stuk vormen . De hoepelrok werd vaak gedragen door de hogere klasse dames als het dragen van een was van cruciaal belang voor de zeer gewilde mooie Elizabethaanse silhouet.