- Onlogische en onzinnige plots: De nadruk ligt op de onderliggende betekenis en thema's in plaats van op een samenhangend verhaal.
- Niet-realistische karakters: Personages kunnen grotesk, archetypisch of symbolisch zijn.
- Repetitief en zinloos gesprek: Personages bevinden zich vaak in cirkelvormige gesprekken of gaan een schijnbaar betekenisloze dialoog aan.
- Elementen van het surrealistische en het irrationele: Tijd en ruimte kunnen vervormd, droomachtig of nachtmerrieachtig zijn.
- Vervreemding en desoriëntatie van het publiek: Theatre of the Absurd probeert vaak zijn publiek te provoceren en uit te dagen, soms door hen een ongemakkelijk of verward gevoel te geven.
- Existentiële thema's: Absurdistische toneelstukken onderzoeken vaak thema's als de zinloosheid van het bestaan, het conflict tussen rede en emotie, en de uitdagingen van communicatie en begrip.