* Groundlings: De gewone mensen die in de open ruimte voor het podium stonden. Ze waren vaak luidruchtig en baldadig, en gooiden soms voorwerpen naar de acteurs.
* Heren: De rijkere klanten die in de galerijen rond het podium zaten. Er werd van hen verwacht dat ze tijdens de voorstelling stil en respectvol waren.
* Applaudisseren: Het publiek applaudisseerde voor een goed optreden door in de handen te klappen of met de voeten te stampen. Soms juichten of schreeuwden ze ook.
* Gejoel: Het publiek juichte een slecht optreden toe door te sissen of te schelden. Ze kunnen ook voorwerpen naar het podium gooien.
* Acteurs: De acteurs waren allemaal mannen en speelden vaak meerdere rollen in één stuk. Er werd van hen verwacht dat ze veelzijdig waren en een verscheidenheid aan personages konden spelen.
* Kostuums: De acteurs droegen uitgebreide kostuums die vaak van dure materialen waren gemaakt. De kostuums zijn ontworpen om indruk te maken op het publiek en een realistische sfeer te creëren.
* Muziek: Muziek was een belangrijk onderdeel van de Globe Theatre-ervaring. Er was een gezelschap muzikanten die voor en tijdens de voorstelling speelden. De muziek hielp een sfeer te creëren en de sfeer te bepalen.
* Speelt: De toneelstukken die in het Globe Theatre werden opgevoerd, zijn vaak geschreven door William Shakespeare. De toneelstukken van Shakespeare waren populair bij het publiek omdat ze goed geschreven en onderhoudend waren.
* Populariteit: Het Globe Theatre was een zeer populaire uitgaansgelegenheid in het Elizabethaanse Londen. Het was een plek waar mensen naartoe konden gaan om de nieuwste toneelstukken te zien, muziek te horen en een praatje te maken.