In de oudheid droegen de armen in veel culturen eenvoudige tunieken of gewaden van wol of linnen. In Europa droegen de armen tijdens de middeleeuwen vaak ruwe tunieken of kielen van ongeverfde wol of linnen, en liepen ze misschien op blote voeten of droegen ze eenvoudige schoenen van leer of hout. In latere eeuwen werd de kleding van de armen in Europa steeds gevarieerder, met regionale verschillen en modeveranderingen. Over het algemeen droegen de armen eenvoudige, functionele kleding gemaakt van goedkope materialen, zoals wol, linnen of katoen, en vaak vulden ze hun kleding aan met items zoals sjaals, hoeden of handschoenen om zichzelf tegen de elementen te beschermen.
Ook in veel niet-westerse culturen was de kleding van de armen gemaakt van eenvoudige materialen en vaak felgekleurd of versierd met traditionele patronen. In sommige gevallen was de kleding van de armen specifiek ontworpen om hen als zodanig te identificeren, terwijl het in andere gevallen eenvoudigweg een weerspiegeling was van de beperkte middelen waarover de armen beschikten.
In moderne tijden varieert de kleding van de armen sterk, afhankelijk van de regio en cultuur. In sommige ontwikkelde landen hebben de armen mogelijk toegang tot gratis of goedkope kleding via overheidssteunprogramma's of liefdadigheidsorganisaties. In minder ontwikkelde landen kunnen de armen nog steeds kleding dragen die van eenvoudige materialen is gemaakt en zijn ze afhankelijk van donaties of tweedehands kleding om in hun behoeften te voorzien.