Damesmode:
1. Belle Epoque (1890-1910):
- Korsetsilhouetten benadrukten een smalle taille en verbeterde bustelijnen.
- Vloerlange jurken met klokvormige of A-lijnrokken domineren.
- Hoge halslijnen en lange mouwen waren gebruikelijk.
- Kanten passementen, ruches en lintversieringen voegden details toe.
- Hoeden waren rijkelijk versierd met veren, bloemen en sluiers.
- Handschoenen en parasols waren essentiële accessoires.
2. Edwardiaanse tijd (1901-1910):
- Het silhouet verschoof naar een meer natuurlijke taillelijn.
- S-vormige korsetten creëerden het iconische "Gibson Girl"-figuur.
- Aansluitende lijfjes in contrast met vollere rokken.
- 'Hobble-rokken', die de bewegingsvrijheid beperkten, waren populair.
- Voor de dagbesteding werden theejurken en maatpakken geïntroduceerd.
- Hoeden met een brede rand, zoals de 'fotohoed', waren trendy.
3. Laat-Edwardiaans/Titanisch tijdperk (1910-1914):
- Losse en vloeiende jurken vervingen de beperkende stijlen.
- De taille liep op tot net onder de buste waardoor een empire taille ontstond.
- Jurken in tuniekstijl met geplooide rokken waren populair.
- Stoffen als chiffon en zijde kregen bekendheid.
- Kant, borduursels en decoratieve afwerkingen voegden elegantie toe.
- Grote, gepluimde hoeden en bontstola's completeerden de kleding.
Herenmode:
1. Laat-Victoriaanse tijd (1890-1901):
- Mannen droegen driedelige pakken bestaande uit een geklede jas, een vest en een broek.
- Formele kleding omvat hoge hoeden, handschoenen en wandelstokken.
- Jasjes met dubbele rij knopen waren gebruikelijk, vaak met puntige revers.
- Overhemden hadden hoge kragen en werden meestal gecombineerd met vlinderdassen.
- Tweed- en wollen stoffen werden veel gebruikt.
2. Edwardiaanse tijd (1901-1914):
- De uitgesneden ochtendjas verving de geklede jas voor formele gelegenheden overdag.
- Loungepakken werden populairder voor dagelijks gebruik.
-Norfolk-jassen, bekend om hun rug met riempjes en plooien, werden gebruikt voor buitenactiviteiten.
- Vleugelkragen en vierspanstropdassen waren in de mode.
- Gestreepte en geruite patronen zorgden voor variatie in de herenkleding.
Samenvattend was de mode aan het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw getuige van een overgang van zeer gestructureerde en restrictieve stijlen naar meer ontspannen en comfortabele silhouetten, die de veranderende maatschappelijke normen en waarden van die tijd weerspiegelden.