* Mannen: Mannelijke acteurs droegen doorgaans wambuizen, dit waren getailleerde jasjes die tot aan de taille reikten. Doublets waren vaak gemaakt van rijke stoffen, zoals fluweel of zijde, en waren vaak versierd met borduurwerk of kant. Mannen droegen ook kousen, dit waren nauwsluitende kousen die hun benen bedekten. Rijbroeken, of korte broeken, werden ook door mannen gedragen. Als schoeisel droegen mannen laarzen of schoenen.
* Vrouwen: Dameskleding was uitgebreider dan herenkleding. Vrouwen droegen doorgaans japonnen, dit waren lange jurken die tot aan de grond reikten. Jurken waren vaak gemaakt van fijne stoffen, zoals zijde of satijn, en waren vaak versierd met juwelen of borduurwerk. Vrouwen droegen ook petticoats, dit waren onderrokken die onder hun jurken werden gedragen. Bovendien droegen vrouwen korsetten, nauwsluitende kledingstukken die hielpen hun taille vorm te geven. Als schoeisel droegen vrouwen schoenen of pantoffels.
* Personages uit andere culturen: Als acteurs personages uit andere culturen speelden, droegen ze vaak kleding die bij die cultuur paste. Acteurs die Romeinse karakters speelden, konden bijvoorbeeld toga's dragen, terwijl acteurs die Turkse karakters speelden tulbanden konden dragen.
Over het algemeen was de kleding die acteurs droegen in de toneelstukken van Shakespeare representatief voor de sociale status van de personages die ze speelden. Rijke karakters droegen uitgebreidere kleding dan arme karakters, en karakters uit andere culturen droegen kleding die geschikt was voor hun cultuur.