* Waren kale platforms, die uitstaken in het publiek.
* Geen geschilderde achtergronden. In plaats daarvan zorgden muzikanten of de acteurs zelf voor geluidseffecten.
* Geen gordijnen of decor. Rekwisieten en kostuums werden gebruikt om de setting aan te geven.
Acteurs
*Allemaal mannelijk. Vrouwen mochten pas optreden na de restauratie van 1660.
* Rollen voor vrouwen gespeeld door jongens of jonge mannen.
* Sociale status:beschouwd als schurken, vagebonden.
* Sommige groepen:volwassen mannen en jongens. Koningsmannen.
Publiek
* Gemengd - alle sociale klassen.
* Openbare theaters:“penny theaters.” Toegangsprijs 1 cent.
* Privétheaters:rijkere klanten. Entree:shilling.
* Zittend op banken of staand.
*De aanwezigen waren zeer betrokken bij de voorstelling en vaak luidruchtig.