1. Peter Kweepeer: De naam "Kweepeer" wordt geassocieerd met de gelijknamige vrucht, die vaak wordt gebruikt bij het koken. Dit zou een verwijzing kunnen zijn naar Quince's rol als organisator en leider van de mechanieken, terwijl hij het plan voor hun toneelstuk 'kookt'.
2. Nick Bottom: De naam "Bottom" is een humoristische woordspeling, omdat het verwijst naar de fysieke positie van het weefgetouw, waar Bottom zit tijdens het werken. De naam suggereert ook een gevoel van eenvoud of dwaasheid, dat aansluit bij het karakter van Bottom in het stuk.
3. Franciscusfluit: De naam "Fluit" heeft betrekking op het muziekinstrument, dat geassocieerd wordt met zachte en harmonieuze klanken. Dit zou de rol van de fluit als blaasbalgenmaker kunnen symboliseren, wiens taak het creëren van een zachte luchtstroom is.
4. Tom Snout: De naam "Snuit" verwijst naar de neus of het uitstekende deel van een object. Dit zou kunnen verwijzen naar de snuit van een varken of een ander dier, wat een verband suggereert met timmerwerk, aangezien varkens in de middeleeuwen algemeen werden gehouden en houten snuiten in varkensringen werden gebruikt om varkens op hun plaats te houden.
5. Robin verhongert: De naam "Starveling" suggereert iemand die mager of slecht gevoed is. Dit kan een verwijzing zijn naar de armoede of de bescheiden status van het personage. Als alternatief zou het kunnen verwijzen naar het idee van een ‘uitgehongerde acteur’ die verlangt naar succes.
Deze namen voegen lagen van symboliek en humor toe aan het stuk, waardoor de identiteiten en beroepen van de personages op een creatieve en betekenisvolle manier met elkaar worden verbonden.