Er waren een paar redenen waarom vrouwen niet op het podium mochten optreden. Eén reden was dat het als onfatsoenlijk werd beschouwd als vrouwen in het openbaar voor mannen verschenen. Deze overtuiging was gebaseerd op het idee dat vrouwen kuis en bescheiden moesten zijn, en dat optreden op het podium hen zou blootstellen aan de blik van mannen.
Een andere reden waarom vrouwen niet op het podium mochten optreden, was dat het als een mannenberoep werd beschouwd. Acteren werd gezien als een vak en men geloofde dat vrouwen niet hetzelfde vaardigheidsniveau konden bereiken als mannen. Deze overtuiging was ook gebaseerd op het idee dat vrouwen intellectueel inferieur waren aan mannen.
Tenslotte was er ook een praktische reden waarom vrouwen niet op het podium mochten optreden. In de tijd van Shakespeare waren theatergezelschappen vaak reizende groepen, en het was simpelweg onpraktisch voor hen om vrouwen in hun gezelschap te hebben. Vrouwen zouden aparte accommodaties en begeleiders nodig hebben gehad, en ze zouden tijdens het reizen kwetsbaarder zijn geweest voor aanvallen.
Als gevolg van deze factoren werden alle vrouwelijke rollen in de toneelstukken van Shakespeare door mannen gespeeld. Sommige mannen specialiseerden zich in het spelen van vrouwelijke rollen, en ze stonden bekend als 'jongensacteurs'. Deze acteurs waren meestal jonge mannen die nog geen baard hadden en zij wisten op overtuigende wijze vrouwen op het podium te portretteren.
De praktijk om mannen te gebruiken om vrouwelijke rollen te spelen ging in Engeland door tot de restauratie in 1660. Na de restauratie mochten vrouwen eindelijk op het podium optreden, en ze werden al snel een van de meest populaire acteurs in het theater.