1. Kaki uniform:
- Het meest iconische ANZAC-uniform was het kaki uniform, dat bestond uit een slappe hoed, tuniek, korte broek en kniehoge laarzen.
- De kaki kleur zorgde voor camouflage en was geschikt voor de woestijnomstandigheden in het Midden-Oosten, waar veel ANZAC-troepen dienden.
2. Slouchhoed:
- De slappe hoed was een hoed met een brede rand die synoniem werd met de ANZAC-troepen.
- Het bood bescherming tegen de zon en regen en werd een symbool van de ANZAC-geest.
3. Tunieken en rijbroeken:
- ANZAC-soldaten droegen tunieken en rijbroeken, loszittende kledingstukken die bewegingsvrijheid mogelijk maakten.
- De tunieken hadden knopen aan de voorkant en schouderbanden.
- Rijbroeken waren knielange broeken die vaak in kniehoge laarzen werden gestopt.
4. Puttees:
- Puttees waren lange stoffen omslagen die gebruikt werden om de rijbroek strak rond de kuiten vast te zetten.
- Ze boden steun en bescherming tijdens lange marsen en hielpen blaren en zweren te voorkomen.
5. Lederen uitrusting:
- ANZAC-soldaten droegen leren uitrusting, zoals riemen, buidels en holsters, om munitie, veldkleding en andere essentiële spullen te vervoeren.
- Het leer is vaak behandeld om het waterafstotend en duurzaam te maken.
6. Laarzen:
- ANZAC-soldaten droegen kniehoge leren laarzen die ontworpen waren voor ruig terrein en lange marsen.
De laarzen boden enkelsteun en bescherming tegen de elementen.
7. Insignes en insignes:
- ANZAC-soldaten droegen verschillende insignes en insignes op hun uniformen om hun rang, eenheid en dienstgeschiedenis aan te duiden.
- Deze insignes werden vaak op de slappe hoed, tuniek en mouwen genaaid.
8. Campagnepatches:
- ANZAC-soldaten die aan specifieke campagnes of veldslagen deelnamen, kregen vaak campagnepatches, dit waren stoffen insignes die op het uniform waren genaaid.
- Deze patches gaven de betrokkenheid van de soldaat aan bij belangrijke gebeurtenissen tijdens de oorlog.
Het is belangrijk op te merken dat het ANZAC-uniform gedurende de Eerste Wereldoorlog is geëvolueerd, met enkele variaties en aanpassingen op basis van de specifieke oorlogsgebieden en de veranderende omstandigheden van het conflict.