Begin 1800s (1800-1820):
* vrouwen:
* Empire Taille: Hoog getailleerde jurken met een stromende rok, vaak gemaakt van lichtgewicht stoffen zoals mousseline of katoen.
* klassieke stijlen: Geïnspireerd door oude Griekse en Romeinse kunst, met eenvoudige lijnen en gedrapeerde stoffen.
* Bonnets: Kleine, ronde hoeden die over het haar worden gedragen.
* mannen:
* Tailjassen: Lange, formele lagen met staarten achterin.
* rijbroek: Knie-lengte broek gedragen met kousen.
* tophoeden: Lange, cilindrische hoeden.
Midden 1800 (1820-1860):
* vrouwen:
* crinoline: Brede, klokvormige rokken ondersteund door een kooi van hoepels.
* Corsets: Splijstende kledingstukken die de taille diepen.
* Bustles: Pads gedragen aan de achterkant van de rok om het een afgeronde vorm te geven.
* dagjurken: Meer praktische jurken voor dagelijks gebruik.
* avondjurken: Uitgebreide jurken voor formele gelegenheden.
* mannen:
* jagersjassen: Lagen met één borsten met een afgeronde kraag.
* broek: Broek die zich uitstrekte tot de enkels.
* Vest: Een mouwloos kledingstuk gedragen over het shirt en onder de jas.
Late 1800s (1860-1900):
* vrouwen:
* Bustle -jurken: Bleef populair, met enige variatie in vorm en verfraaiing.
* Polonaise Dress: Gesproken lijfje en een gedrapeerde rok die aan de achterkant wijdde.
* The Gibson Girl: Een geïdealiseerd beeld van vrouwelijke schoonheid, met een slanke taille, volledige buste en stromende rokken.
* S-Bend Corset: Een nieuw type korset dat een overdreven S-vorm in de figuur heeft gecreëerd.
* mannen:
* Pakken: Tweedelige pakken met bijpassende jassen en broeken werden steeds populairder.
* tweed -pakken: Gemaakt van ruwe, gestructureerde stof, gedragen voor zowel formele als informele gelegenheden.
* Bowler -hoeden: Harde, ronde hoeden die populair waren voor zowel mannen als vrouwen.
* overjassen: Warme, zware jassen gedragen in de winter.
belangrijke opmerkingen:
* mode gevarieerd per klasse: De rijken konden zich fijnere stoffen veroorloven, uitgebreide verfraaiingen en de nieuwste trends. De armen droegen eenvoudigere, duurzamere kleding.
* Regionale verschillen: Kledingstijlen kunnen variëren, afhankelijk van de locatie en het klimaat.
* werkkleding: Boeren, arbeiders en handelaars droegen kleding die praktisch was voor hun werk.
Ik hoop dat dit je een beter begrip geeft van de mode van de jaren 1800!