Akte 1
Scène 1:(Verteller introduceert het verhaal en de personages)
Verteller:"Lang geleden, in een land ver weg, leefde er een man genaamd Jacob, met twaalf zonen, van wie Jozef de meest bijzondere was."
Scène 2:(Jacobs huis)
Jacob:(richt zich tot zijn zonen) "Mijn lieve zonen, ik heb een verhaal te vertellen, een verhaal over avontuur en dromen, een verhaal over iemand die steeg en viel."
Scène 3:(Joseph krijgt zijn speciale veelkleurige droomjas cadeau)
Joseph:(opgewonden) "Vader, deze jas! Hij is zo mooi!"
Jacob:(trots) "Voor degene die gekozen is, zijn dromen geweven in tinten, en jouw kleuren schijnen helder."
Scène 4:(jaloezie en complotten onder de broers)
Broers:(onder elkaar fluisterend) "Die jas! Hij denkt dat hij beter is dan wij."
Ruben:(probeert te redeneren) "Rustig maar, broeders. Laten we eerst naar zijn dromen luisteren."
Akte 2
Scène 5:(Joseph deelt zijn dromen met zijn familie)
Joseph:(enthousiast) "Ik had een droom! Ik werd omringd door korenschoven die voor de mijne bogen!"
Broers:(spottend) "Belachelijk! Wat betekenen je dromen?"
Scène 6:(De broers besluiten Jozef aan kooplieden te verkopen)
Broeders:(planning) "Laten we hem aan de Midianieten verkopen, laat hem zijn dwaze dromen elders dromen."
Scène 7:(Jozef wordt naar Egypte gebracht, verkocht als slaaf)
Potifar:(Joseph ondervragend) 'Sterk en bekwaam zal hij in mijn huishouden dienen.'
Joseph:(besloten) "Ik zal loyaal en trouw zijn, ook al ben ik niet thuis."
Akte 3
Scène 8:(Jozefs beproevingen en trouw in het huis van Potifar)
Joseph:(sterk staand) "Ik zal niet toegeven aan verleiding, want ik dien een hoger doel."
Scène 9:(Potipars vrouw beschuldigt Jozef valselijk)
Potifars vrouw:(sluwe plannen) "Deze Hebreeuwse slaaf probeerde misbruik van mij te maken!"
Potifar:(woedend) "Laat hem in de gevangenis werpen, waar hij thuishoort!"
Scène 10:(Jozef interpreteert dromen in de gevangenis)
Schenker:(wanhopig) "Help ons onze dromen te interpreteren, o wijze Jozef."
Joseph:(profeterend) "Voor jou wacht de vrijheid, en voor de bakker het lot van de ondergang."
Akte 4
Scène 11:(Pharaoh's verontrustende dromen)
Farao:(bezorgd) "Mijn dromen achtervolgen mij, niemand kan ze ontcijferen."
Scène 12:(De schenker herinnert zich Jozef en beveelt hem aan bij Farao)
Schenker:(aandringend) "Uwe Hoogheid, er zit een man in de gevangenis, bedreven in droominterpretaties."
Scène 13:(Jozef wordt voor Farao gebracht)
Farao:(onder de indruk) "Je durft voor mij te staan, de slaaf die dromen interpreteert?"
Joseph:(stoutmoedig) 'Ik sta hier, niet door mijn eigen vaardigheid, maar door de goddelijke aanwezigheid die mij leidt.'
Scène 14:(Jozef interpreteert de dromen van Farao)
Joseph:(wijselijk) "Je dromen voorspellen overvloed en hongersnood, Farao. Bereid je koninkrijk dienovereenkomstig voor."
Akte 5
Scène 15:(Jozef wordt geëerd en krijgt een machtspositie)
Farao:(dankbaarheid) "Je hebt verstandig gesproken, Jozef. Je zult de tweede na mij zijn in het hele land."
Scène 16:(Jozefs broers komen tijdens de hongersnood naar Egypte)
Broeders:(spijtvol) "We hadden nooit gedacht dat we Egypte zouden zien, noch dat onze broer de heerser ervan zou zijn."
Scène 17:(Jozef openbaart zich aan zijn broers)
Joseph:(omhelzing) "Broeders, ik ben Joseph, degene die jullie ooit verachtten. Maar ik heb jullie vergeven, want we zijn verenigd als familie."
Scène 18:(Het gezin herenigd, Jacob ook naar Egypte gebracht)
Jacob:(overweldigd) "Mijn geliefde zoon, herenigd zijn we, dankzij de dromen en het goddelijke."
Scène 19:(Verteller besluit het verhaal)
Verteller:"En zo eindigt het verhaal van Jozef, de dromer, de getrouwe en de vergevingsgezinde, met liefde, vergevingsgezindheid en een belofte van een betere toekomst."
Het einde.