1. Catharsis :Aristoteles' theorie van catharsis suggereert dat het publiek tijdens een tragedie een vrijlating van emoties, zoals medelijden en angst, ervaart. Het kennen van de onvermijdelijke ondergang van Oedipus zou deze emoties hebben versterkt, omdat het publiek zou anticiperen op de tragische gebeurtenissen die zich zouden ontvouwen.
2. Dramatische ironie :Het concept van dramatische ironie, waarbij het publiek zich bewust is van informatie die de personages niet hebben, zou een gevoel van spanning en spanning hebben gecreëerd. De kennis van het publiek over het lot van Oedipus zou ervoor zorgen dat ze meer in zijn reis en acties zouden investeren.
3. Karakter-empathie :Het besef van het tragische lot van Oedipus had een diepere empathie voor het personage kunnen bevorderen. Het publiek zou een mengeling van sympathie voor het lijden van Oedipus kunnen hebben gevoeld en een gevoel van angst omdat ze wisten welk pad hij volgde.
4. Morele contemplatie :De verkenning van thema's als het lot, hoogmoed en de zoektocht naar waarheid in het stuk zou weerklank hebben gevonden bij het oude Griekse publiek. Omdat ze de uitkomst kenden, konden ze nadenken over de morele lessen en nadenken over de gevolgen van de daden van Oedipus.
5. Artistieke waardering :Door de kennis van het einde kon het publiek de vaardigheid van de toneelschrijver waarderen in het bedenken van een meeslepend verhaal en het opbouwen van dramatische spanning. Ze konden zich concentreren op het kunstenaarschap en de structuur van het stuk in plaats van verrast te worden door de plotwendingen.
Concluderend zou de bekendheid van het oude Griekse publiek met het einde van Oedipus Rex hun ervaring van het stuk hebben verrijkt door emotionele reacties te versterken, dramatische ironie te creëren, empathie te bevorderen, morele contemplatie aan te moedigen en een diepere waardering voor het vak van de toneelschrijver mogelijk te maken.