* Grootschalige productie: Grote opera's worden gekenmerkt door hun grootschalige omvang, waarbij vaak een grote cast van personages, uitgebreide decors en kostuums en complexe orkestrale teksten betrokken zijn.
* Epische verhaallijnen: De plots van grote opera's draaien vaak rond historische of mythologische gebeurtenissen, of verhalen over grootschalige conflicten of strijd.
* Spectaculaire enscenering: Grote opera's maken vaak gebruik van visueel spektakel en theatrale effecten om de dramatische impact van de uitvoering te versterken, zoals uitgebreide toneelmachines, verlichting en speciale effecten.
* Dramatische muziek: De muziek in grote opera's is vaak dramatisch en emotioneel geladen, met de nadruk op grote, zwevende melodieën, krachtige refreinen en weelderige orkestrale teksten.
Enkele van de beroemdste voorbeelden van grote opera zijn:
- *Les Hugenoten* van Giacomo Meyerbeer (1836)
- Giuseppe Verdi's *Aida* (1871)
- Richard Wagners *Der Ring des Nibelungen* (1876)
- *Faust* van Charles Gounod (1859)
- Bescheiden Moessorgski's *Boris Godoenov* (1874)