- Mysterieuze verschijningen en verdwijningen: De operageest verscheen plotseling of verdween uit het niets, waardoor het publiek en de artiesten vaak schrokken.
- Eerie muziek: De operageest stond bekend om het spelen van beklijvende melodieën op de viool of het orgel, waardoor een sfeer van spanning en angst ontstond.
- Vandalisme en sabotage: De operageest zou uitvoeringen saboteren door decors en kostuums te beschadigen of ongelukken te veroorzaken bij artiesten.
- Beklijvende berichten: De operageest liet cryptische berichten of waarschuwingen achter, geschreven met bloed of gekrabbeld op muren en spiegels.
- Fluisteringen en geruchten: Gefluister en geruchten over de operageest verspreidden zich onder de cast, crew en publiek, waardoor het geloof in zijn bestaan werd aangewakkerd en een sfeer van mysterie en angst ontstond.
Over het geheel genomen gebruikte de operageest een combinatie van griezelige optredens, beklijvende muziek, sabotage en psychologische manipulatie om zijn aanwezigheid bij de opera voelbaar te maken, waardoor een gevoel van terreur en onbehagen ontstond bij iedereen die bij de productie betrokken was.