Waar komt de altviool vandaan?

De altviool behoort tot de vioolfamilie van snaarinstrumenten en zijn oorsprong gaat terug tot het begin van de 16e eeuw. Er wordt aangenomen dat de altviool is voortgekomen uit de middeleeuwse vielle, een strijkinstrument dat tijdens de middeleeuwen populair was in Europa. De vielle had een rond lichaam en vier of vijf snaren, en werd bespeeld met een strijkstok. In de loop van de tijd begon de vielle te worden aangepast, en tegen de 16e eeuw was hij geëvolueerd tot de viola da gamba, een groter instrument met zes snaren dat tussen de benen werd bespeeld. De viola da gamba was populair voor zowel solo- als ensemblespel, en werd vaak gebruikt in kamermuziek en orkestwerken.

In de 17e eeuw begon de viola da gamba vervangen te worden door de viola da braccio, een instrument dat net als de moderne altviool op de schouder werd gehouden. De viola da braccio had een vergelijkbare vorm en grootte als de viola da gamba, maar had een vlakkere rug en een kortere nek. Het had ook vier snaren, op dezelfde manier gestemd als de viola da gamba. De viola da braccio werd al snel het favoriete instrument om in orkesten te spelen, en uiteindelijk verving het de viola da gamba helemaal.

De moderne altviool is een directe afstammeling van de viola da braccio, en het ontwerp is door de eeuwen heen weinig veranderd. Het is een prachtig instrument met een rijke, zachte klank en een essentieel onderdeel van het moderne orkest.