Hier is een uitsplitsing:
* zonlicht: De maan heeft geen atmosfeer om zonlicht te verspreiden, dus het oppervlak weerspiegelt het direct. Dit creëert een zeer heldere omgeving, vooral tijdens de maandag.
* Camera -instellingen: De Apollo -astronauten moesten hun camera -instellingen aanpassen om het maanlandschap goed vast te leggen. Dit betekende het blootstellen van het heldere, reflecterende oppervlak.
* belichtingstijd: Een korte belichtingstijd was nodig om de beweging van het ruimtevaartuig en de astronauten te bevriezen. Deze korte belichting liet niet genoeg licht toe om de vage sterren te registreren.
Denk er zo aan: Stel je voor dat je een foto maakt van een helder, zonovergoten landschap. Als u de blootstelling aanpast om de details van het landschap vast te leggen, wordt de hemel volledig opgeblazen en ziet u geen sterren.
Er is ook de kwestie van filmtechnologie: De film die in de Apollo -missies werd gebruikt, was niet zo gevoelig als moderne digitale camera's, waardoor het nog moeilijker werd om vage sterren te vangen in zo'n heldere omgeving.
Het is echter mogelijk om sterren te zien in sommige Apollo -foto's en video's:
* Lange belichting: In enkele gevallen namen astronauten lange foto's van de aarde en deze foto's tonen sterren op de achtergrond.
* maanavond: Tijdens de maanavond, wanneer de zon niet direct het oppervlak verlicht, worden de sterren zichtbaarder.
Het is belangrijk om te onthouden dat de primaire focus van de Apollo -missies was om de maan te verkennen, niet om astrofotografie te vangen. De afwezigheid van sterren in de meeste foto's en video's betekent niet dat ze er niet waren; Het is gewoon een beperking van de technologie en de omgeving.