Figuurlijk taalgebruik:
- Simile:"Mijn hart is zo vol als de mond van een dronkaard."
- Metafoor:"Mijn lichaam is een niet-afgevuurd kanon, geladen met een gevoel dat nog niet is losgelaten."
- Personificatie:"De lichtvleugels van de liefde waren beschilderd met de kleuren van de regenboog."
Retorische apparaten:
- Antithese:"Mijn hart is zo vol als de mond van een dronkaard, en toch zo leeg als de buidel van een bedelaar."
- Parallellisme:"Ik ben een dwaas, een lafaard, een slechterik, een zeer beruchte verrader."
- Alliteratie:"Mijn hart is vol, mijn bloed is heet, mijn hersenen zijn duizelig, mijn ziel is boos."
Dramatische apparaten:
- Terzijde:Romeo spreekt terzijde tegen zichzelf en drukt zijn liefde voor Julia uit en zijn verlangen om bij haar te zijn.
- Voorafschaduwing:Juliet spreekt over haar voorgevoel van de dood, als voorbode van het tragische einde van het stuk.