* Kaarten: Kaarten zijn een van de belangrijkste hulpmiddelen voor geografen. Ze kunnen worden gebruikt om het aardoppervlak, of delen daarvan, in een tweedimensionaal formaat weer te geven. Kaarten kunnen een verscheidenheid aan informatie weergeven, zoals de verdeling van land en water, de locatie van steden en dorpen en de hoogte van het land.
* Geografische informatiesystemen (GIS): GIS is een computergebaseerd systeem waarmee geografen geografische gegevens kunnen opslaan, analyseren en weergeven. GIS kan worden gebruikt om kaarten te maken en om ruimtelijke analyses uit te voeren. Ruimtelijke analyse is het proces waarbij de relaties tussen verschillende geografische kenmerken worden geanalyseerd.
* Remotedetectie: Teledetectie is het proces waarbij informatie over de aarde op afstand wordt verzameld. Dit kan met behulp van verschillende sensoren, zoals camera's, radar en lidar. Teledetectie kan worden gebruikt om informatie te verzamelen over het aardoppervlak, de atmosfeer en de oceanen.
* Veldwerk: Veldwerk is een essentieel onderdeel van aardrijkskunde. Geografen reizen vaak naar verschillende locaties om gegevens te verzamelen en het landschap te observeren. Veldwerk kan worden gebruikt om een verscheidenheid aan onderwerpen te bestuderen, zoals de verspreiding van planten en dieren, de effecten van klimaatverandering en de impact van menselijke activiteiten op het milieu.
Naast deze hulpmiddelen gebruiken geografen ook een verscheidenheid aan andere bronnen, zoals boeken, artikelen en websites. Geografen werken vaak samen met andere wetenschappers, zoals geologen, biologen en economen, om een beter inzicht te krijgen in de aarde en haar kenmerken.