- Het was zo helder als de dag.
- Het was als een klap in het gezicht.
- Het raakte me op mijn hoofd.
- Het stond in de sterren geschreven.
- Het handschrift hing op de muur.
- De borden waren er allemaal.
- De waarheid staarde me in het gezicht.
- Het bewijs was overweldigend.
- Het was zo duidelijk als de neus op je gezicht.
- Het was zo zeker als de zon die opkomt in het oosten.