1. Anti-illusionistische sets: Brecht verwierp realistische decors en gebruikte in plaats daarvan abstracte of gestileerde decors om het publiek te distantiëren van de illusie van de werkelijkheid en kritisch denken aan te moedigen. Deze sets bestonden vaak uit eenvoudige en functionele structuren die gemakkelijk konden worden herschikt om verschillende locaties weer te geven.
2. Niet-lineaire verhalen: Brechts toneelstukken maakten vaak gebruik van niet-lineaire verhalen, gefragmenteerde structuren en flashbacks om conventionele verteltechnieken te ontwrichten. Deze onconventionele structuur was bedoeld om te voorkomen dat het publiek passief in het verhaal opging en moedigde hen aan om de gebeurtenissen en thema's actief te analyseren.
3. Vervreemdingseffect (Verfremdungseffekt): Een van de centrale kenmerken van Brechts abstracte theater is het ‘vervreemdingseffect’. Deze techniek houdt in dat bekende situaties of personages op een onbekende of onverwachte manier worden gepresenteerd om een gevoel van onthechting te creëren. Door dit te doen wilde Brecht het publiek aanmoedigen om de sociale, politieke en economische systemen die op het podium worden gepresenteerd kritisch te onderzoeken en in twijfel te trekken.
4. Brechtiaanse acteurs: Acteurs in Brechts producties hanteerden vaak een afstandelijke, emotieloze voordracht, waarbij ze emotionele identificatie met hun rol vermeden. Deze stijl was bedoeld om te voorkomen dat het publiek emotioneel verstrikt raakt in de personages en zich in plaats daarvan te concentreren op het analyseren van de sociale en politieke kwesties die in het stuk worden onderzocht.
5. De vierde muur doorbreken: Brecht gebruikte soms de techniek van het doorbreken van de vierde muur, waarbij acteurs het publiek rechtstreeks aanspreken en commentaar geven op het stuk of hun personages. Deze techniek benadrukt nog meer de kunstmatigheid van de theaterervaring en stimuleert de actieve betrokkenheid en kritische reflectie van het publiek op de gepresenteerde thema's.
6. Didactische elementen: Brechts abstracte theater bevatte vaak didactische elementen zoals liederen, gedichten en refreinen die de politieke of sociale boodschap van het stuk expliciet overbrengen. Deze elementen versterken de educatieve en kritische bedoelingen van het stuk en zetten het publiek ertoe aan kritisch na te denken over de kwesties die aan de orde komen.
7. Samenwerking: Brecht legde de nadruk op samenwerking in het creatieve proces, waarbij acteurs, regisseurs, ontwerpers en dramaturgen betrokken werden bij het vormgeven van de productie. Deze gezamenlijke aanpak maakte een diversiteit aan perspectieven mogelijk en droeg bij aan het algehele kritische en analytische karakter van de theatrale ervaring.
Over het geheel genomen probeerde Brechts abstracte theater de traditionele theatrale conventies uit te dagen en het publiek te betrekken bij een kritische en analytische verkenning van sociale, politieke en economische kwesties, hen te distantiëren van emotionele betrokkenheid en een verhoogd gevoel van bewustzijn en reflectie aan te moedigen.